Stel de cv-ketel buiten bedrijf door de stekker uit het stopcontact te halen en wacht tot de ketel temperatuur onder de 30 graden Celsius gedaald is.

Sluit de installatie aan op de waterleiding en wel als volgt:

1. Bevestig de slang aan de kraan van de waterleiding. Gebruik de wasautomaat kraan of een andere in de woning aanwezige tapkraan.

2. Bevestig het andere tapeind op de vulkraan van de cv-installatie. Meestal zit de vulkraan in de buurt van de cv-ketel maar deze kan ook op de radiator in de badkamer of keuken zitten.

3. Voordat u de vulslang vastdraait, laat u deze eerst vollopen met water om de lucht uit de slang te verwijderen, zodat er geen lucht in de cv-installatie terechtkomt.

4. Zodra de slang vol water zit, draait u deze stevig vast op de vulkraan.

5. Open nu de kranen: eerst de kraan van de waterleiding en vervolgens de vulkraan van de cv- installatie. Vul de installatie totdat de minimale druk van ongeveer 1,5 atmosfeer is bereikt (ga nooit boven de 2 atmosfeer). De druk kunt u aflezen op de manometer.

6. Sluit de kranen in dezelfde volgorde als bij het openen om te voorkomen dat er water uit de cv- installatie terugstroomt in het drinkwatercircuit.

7. Steek de stekker weer in het stopcontact.

8. Ontlucht de installatie. Als de druk tijdens het ontluchten meer dan een halve atmosfeer daalt, moet u opnieuw bijvullen (herhaal de bovenstaande stappen). Is dit niet het geval, dan kunt u de vulslang verwijderen.